Mijn vader, Marinus Kutterink (1907 – 1983) was na zijn opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam behalve beeldend kunstenaar en docent tekenen ook medailleur van zijn beroep. Hij werkte daarvoor van 19.. tot 1949 voor Koninklijke Zilverfabriek Van Kempen & Begeer in Voorschoten. In mijn ouderlijk huis aan de Leidseweg had hij op de eerste etage zijn eigen atelier en maakten wij als gezin van heel dichtbij mee hoe het maakproces van idee naar eindresultaat verliep. Eerst maakte hij vanuit een aantal ruwe schetsen een gedetailleerde ontwerptekening. Deze tekening bracht hij daarna over op een houten of mica-plankje. Was dat eenmaal gebeurd dan begon mijn vader de afbeelding met plasticine op te bouwen en te boetseren. Op de foto rechts zijn Prinses Beatrix en Prins Claus in reliëf geboetseerd t.g.v. het huwelijk in ……. Het ging hier om het ontwerp van de bovenkant van een lepeltje, maar dit portret heeft hij ook voor andere gelegenheidsvoorwerpen gebruikt. Onder het portret liggen de spateltjes die hij voor het boetseren gebruikte. Nadat het ontwerp in plasticine klaar was, brak er bij ons thuis altijd een spannende periode aan. Van het model moest een gipsmodel gemaakt worden. Daarvoor maakte mijn vader een houten mal om het model om het vloeibare gips in te gieten. Het resultaat van deze eerste stap was een negatief gipsmodel. Het kon echter voorkomen dat de gips niet goed loskwam van de plasticine en daardoor het model gerepareerd moest worden. Een frustrerende klus waar mijn vader natuurlijk niet op zat te wachten. Nadat het gipsmodel (negatief) klaar was, was er een nog spannender moment: het maken van een gipsmodel in positief. Daarvoor maakte hij opnieuw een raamwerkje om het negatief en maakte hij met veel zorg en aandacht het gips klaar, op de juiste dikte en zonder klontjes of andere ongerechtigheden. Vervolgens zeepte hij met speciale zeep het negatief in en goot de vloeibare gips voorzichtig op het negatief tot ca. 3 cm. dikte. Langzaam schudden om de luchtbelletje te verwijderen en daarna laten drogen. Dat duurde bij de juiste temperatuur meestal zo’n 24 uur. Het allerspannendste moment kwam daarna: het lostikken van beide helften, dus het negatief van het positief. Op alle vier zijden van het afgietsel tikte mijn vader voorzichtig messen in het gips totdat de beide helften loslieten. Jubelen en juichen als met een laatste tik beide delen zonder kleerscheuren loslieten en er een perfecte gipsmodel (positief) was. Maar donder en geweld als de gips niet goed losliet en er (grote) brokken gips aan het gipsmodel bleef hangen. Dan wisten hij en wij dat er nachten doorgewerkt moest worden om dat gips met zorg en aandacht van het model te verwijderen of wanneer dat niet kon, helemaal opnieuw te beginnen. Uiteindelijk bracht hij het model naar de onze buren, de zilverfabriek, om het lepeltje, de medaille of andere voorwerp te laten maken. 

 

Ingezonden door:

Robert Cotterink